Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Psalmen 76

Psalmen

Index

Hoofdstuk 77

1


 

  Een psalm van Asaf, voor den opperzangmeester, over Jeduthun. Mijn stem is tot God, en ik roep; mijn stem is tot God, en Hij zal het oor tot mij neigen.  

 

 

-

2


 

  Ten dage mijner benauwdheid zocht ik den HEERE; mijn hand was des nachts uitgestrekt, en liet niet af; mijn ziel weigerde getroost te worden.  

 

 

-

3


 

  Dacht ik aan God, zo maakte ik misbaar; peinsde ik, zo werd mijn ziel overstelpt. Sela.  

 

 

-

4


 

  Gij hieldt mijn ogen wakende; ik was verslagen, en sprak niet.  

 

 

-

5


 

  Ik overdacht de dagen van ouds, de jaren der eeuwen.  

 

 

-

6


 

  Ik dacht aan mijn snarenspel; in den nacht overlegde ik in mijn hart, en mijn geest onderzocht:  

 

 

-

7


 

  Zal dan de Heere in eeuwigheden verstoten, en voortaan niet meer goedgunstig zijn?  

 

 

-

8


 

  Houdt Zijn goedertierenheid in eeuwigheid op? Heeft de toezegging een einde, van geslacht tot geslacht?  

 

 

-

9


 

  Heeft God vergeten genadig te zijn? Heeft Hij Zijn barmhartigheden door toorn toegesloten? Sela.  

 

 

-

10


 

  Daarna zeide ik: Dit krenkt mij; maar de rechterhand des Allerhoogsten verandert.  

 

 

-

11


 

  Ik zal de daden des HEEREN gedenken; ja, ik zal gedenken Uw wonderen van ouds her;  

 

 

-

12


 

  En zal al Uw werken betrachten, en van Uw daden spreken.  

 

 

-

13


 

  O God! Uw weg is in het heiligdom; wie is een groot God, gelijk God?  

 

 

-

14


 

  Gij zijt die God, Die wonder doet; Gij hebt Uw sterkte bekend gemaakt onder de volken.  

 

 

-

15


 

  Gij hebt Uw volk door Uw arm verlost; de kinderen van Jakob en van Jozef. Sela.  

 

 

-

16


 

  De wateren zagen U, o God! de wateren zagen U, zij beefden; ook waren de afgronden beroerd.  

 

 

-

17


 

  De dikke wolken goten water uit; de bovenste wolken gaven geluid; ook gingen Uw pijlen daarhenen.  

 

 

-

18


 

  Het geluid Uws donders was in het ronde; de bliksemen verlichtten de wereld; de aarde werd beroerd en daverde.  

 

 

-

19


 

  Uw weg was in de zee, en Uw pad in grote wateren, en Uw voetstappen werden niet bekend.  

 

 

-

20


 

  Gij leiddet Uw volk, als een kudde door de hand van Mozes en Aaron.   

 

 

-

Psalmen 78

 

 

 

 

HTMLBible Software - Public Domain Software by johnhurt.com

 


Other Items are Available At These Sites: