Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Exodus 24

Exodus

Index

Hoofdstuk 25

1


 

  Toen sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:  

 

 

-

2


 

  Spreek tot de kinderen Israels, dat zij voor Mij een hefoffer nemen. Van alle man,wiens hart zich vrijwillig bewegen zal, zult gij Mijn hefoffer nemen.  

 

 

-

3


 

  Dit nu is het hefoffer, hetwelk gij van hen nemen zult: goud, en zilver, en koper;  

 

 

-

4


 

  Als ook hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn linnen, en geiten haar.  

 

 

-

5


 

  En roodgeverfde ramsvellen, en dassenvellen, en sittimhout;  

 

 

-

6


 

  Olie tot den luchter, specerijen ter zalfolie, en tot roking welriekende specerijen;  

 

 

-

7


 

  Sardonixstenen, en vervullende stenen tot den efod, en tot den borstlap.  

 

 

-

8


 

  En zij zullen Mij een heiligdom maken, dat Ik in het midden van hen wone.  

 

 

-

9


 

  Naar al wat Ik u tot een voorbeeld dezes tabernakels, en een voorbeeld van aldeszelfs gereedschap wijzen zal, even alzo zult gijlieden dat maken.  

 

 

-

10


 

  Zo zullen zij een ark van sittimhout maken; twee ellen en een halve zal haar lengtezijn, en anderhalve el haar breedte, en anderhalve el haar hoogte.  

 

 

-

11


 

  En gij zult ze met louter goud overtrekken, van binnen en van buiten zult gij zeovertrekken; en gij zult op dezelve een gouden krans maken rondom heen.  

 

 

-

12


 

  En giet voor haar vier gouden ringen, en zet die aan haar vier hoeken, alzo dattwee ringen op de ene zijde derzelve zijn, en twee ringen op haar andere zijde.  

 

 

-

13


 

  En maak handbomen van sittimhout, en overtrek ze met goud.  

 

 

-

14


 

  En steek de handbomen in de ringen, die aan de zijde der ark zijn, dat men de arkdaarmede drage.  

 

 

-

15


 

  De draagbomen zullen in de ringen der ark zijn; zij zullen er niet uitgetogenworden.  

 

 

-

16


 

  Daarna zult gij in de ark leggen de getuigenis, die Ik u geven zal.  

 

 

-

17


 

  Gij zult ook een verzoendeksel maken van louter goud; twee ellen en een halve zaldeszelfs lengte zijn, en anderhalve el deszelfs breedte.  

 

 

-

18


 

  Gij zult ook twee cherubim van goud maken; van dicht goud zult gij ze maken, uitde beide einden des verzoendeksels.  

 

 

-

19


 

  En maak u een cherub uit het ene einde aan deze zijde, en den andere cherub uithet andere einde aan gene zijde; uit het verzoendeksel zult gijlieden de cherubimmaken, uit de beide einden van hetzelve.  

 

 

-

20


 

  En de cherubim zullen hun beide vleugelen omhoog uitbreiden, bedekkende methun vleugelen het verzoendeksel; en hun aangezichten zullen tegenover elkanderzijn; de aangezichten der cherubim zullen naar het verzoendeksel zijn.  

 

 

-

21


 

  En gij zult het verzoendeksel boven op de ark zetten, nadat gij in de ark degetuigenis, die Ik u geven zal, zult gelegd hebben.  

 

 

-

22


 

  En aldaar zal Ik bij u komen, en Ik zal met u spreken van boven hetverzoendeksel af, van tussen de twee cherubim, die op de ark der getuigenis zijnzullen, alles, wat Ik u gebieden zal aan de kinderen Israels.  

 

 

-

23


 

  Gij zult ook een tafel maken van sittimhout; twee ellen zal haar lengte zijn, en eenel haar breedte, en een el en een halve zal haar hoogte zijn.  

 

 

-

24


 

  En gij zult ze met louter goud overtrekken; gij zult ook een gouden krans daaraanmaken, rondom heen.  

 

 

-

25


 

  Gij zult ook een lijst rondom daaraan maken, een hand breed; en gij zult eengouden krans rondom derzelver lijst maken.  

 

 

-

26


 

  Ook zult gij vier gouden ringen daaraan maken; en gij zult de ringen zetten aan devier hoeken, die aan derzelver vier voeten zijn zullen.  

 

 

-

27


 

  Tegenover de lijst zullen de ringen zijn, tot plaatsen voor de handbomen, om detafel te dragen.  

 

 

-

28


 

  Deze handbomen nu zult gij van sittimhout maken, en gij zult dezelve met goudovertrekken; en de tafel zal daaraan gedragen worden.  

 

 

-

29


 

  Gij zult ook maken haar schotelen, en haar rookschalen, en haar platelen, en haarkroezen (met welke zij bedekt zal worden); van louter goud zult gij ze maken.  

 

 

-

30


 

  En gij zult op deze tafel altijd het toonbrood voor Mijn aangezicht leggen.  

 

 

-

31


 

  Gij zult ook een kandelaar van louter goud maken. Van dicht werk zal dezekandelaar gemaakt worden, zijn schacht, en zijn rietjes; zijn schaaltjes, zijnknopen, en zijn bloemen zullen uit hem zijn.  

 

 

-

32


 

  En zes rieten zullen uit zijn zijden uitgaan; drie rieten des kandelaars uit zijn enezijde, en drie rieten des kandelaars uit zijn andere zijde.  

 

 

-

33


 

  In het ene riet zullen drie schaaltjes zijn, gelijke amandelnoten, een knoop en eenbloem; en drie schaaltjes, gelijk amandelnoten in een ander riet, een knoop eneen bloem; alzo zullen die zes rieten zijn, die uit den kandelaar gaan.  

 

 

-

34


 

  Maar aan den kandelaar zelven zullen vier schaaltjes zijn, gelijk amandelnoten,met knopen, en met zijn bloemen.  

 

 

-

35


 

  En daar zal een knoop zijn onder twee rieten, uit denzelven uitgaande; ook eenknoop onder twee rieten, uit denzelven uitgaande; nog een knoop onder tweerieten, uit denzelven, uitgaande; alzo zal het zijn met zes rieten, die uit denkandelaar uitgaan.  

 

 

-

36


 

  Hun knopen en hun rieten zullen uit hem zijn; het zal altemaal een enig dicht werkvan louter goud zijn.  

 

 

-

37


 

  Gij zult hem ook zeven lampen maken, en men zal zijn lampen aansteken, en doenlichten aan zijn zijden.  

 

 

-

38


 

  Zijn snuiters en zijn blusvaten zullen louter goud zijn.  

 

 

-

39


 

  Uit een talent louter goud zal men dat maken, met al dit gereedschap.  

 

 

-

40


 

  Zie dan toe, dat gij het maakt naar hun voorbeeld, hetwelk u op den berg getoondis.   

 

 

-

Exodus 26

 

 

 

 

HTMLBible Software - Public Domain Software by johnhurt.com

 


Other Items are Available At These Sites: